Sterren op het doek

 

Sterren op het doek.

Het moet ergens in 2008 geweest zijn, dat ik door een juffrouw van Omroep MAX werd gebeld; of ik het programma: “Sterren op het doek” ook kende en of ik er wel eens naar keek. Natuurlijk had ik ervan gehoord. Het was het jaar daarvoor van start gegaan en ja, ik keek er ook naar, zoals ik bijna naar alles kijk als het om kunst gaat; in wat voor vorm dan ook. Of ik er wat voor voelde om een keer mee te doen. Ze hadden portretten op m’n website gezien en vonden die van een dusdanige kwaliteit dat het reden genoeg was om me uit te nodigen voor één van de uitzendingen. Uiteraard voelde ik me gevleid, maar ik zag meteen ook allerlei beren op de weg. Nou ligt dat van die beren heel erg in m’n aard, maar ‘k was natuurlijk ook gewoon overrompeld door de vraag. Of ik er een nachtje over mocht nadenken? Ja, hoor. Ze zou een paar dagen later wel terug bellen.

Harma en de kids waren direct enthousiast, die zagen meteen de hoge amusementswaarde al voor zich. Nee, dat het hilarisch zou worden had ik zelf ook al wel bedacht. Maar had ik hier eigenlijk wel trek in? Is het iets wat ik zelf leuk vind?

Uit eerdere uitzendingen was het me op gevallen dat de omstandigheden waarin je live onder toeziend oog van de camera je eerste opzet van het model maakt verre van ideaal is. Een hele slechte belichting die waarschijnlijk ook vanwege TV lampen van alle kanten komt, was eerder regel dan uitzondering. Dat je nog wel wat foto’s mocht maken om er vervolgens thuis mee aan de slag te gaan leek in de meeste gevallen een geschenk uit de hemel. Vrijwel iedereen slaat dan aan het projecteren en komt vervolgens met iets wat tussen fotografie en schilderkunst in zit.

Maar waar ik nog het meest tegen op zag was dat je niet weet wie je als model voor je krijgt. Dat is een complete verrassing, maar juist dat element maakt het format nou zo leuk, werd me verteld. Ik vond het niks. Je zal maar iemand als Emile Ratelband voor je krijgen, dan loop je toch meteen weg. ‘k realiseerde me dat je dat natuurlijk niet kan maken. Maar ’t zou van mijn kant al gedoemd zijn te mislukken, dat weet ik zeker. ’t Is notabene bijna de essentie van live naar model schilderen; dat je geïnspireerd raakt. Dat gaat met zo’n Ratelband echt niet lukken. En zo zijn er nog wel een aantal BN’ers waar ik helemaal niks mee heb. De gedachte alleen stond al garant voor slapeloze nachten.

Uiteraard waren er ook hele leuke kandidaten: Bennie Jolink en Jan Mulder b.v. Ze werden op prachtige wijze door o.a. Niels Smits van Burgst op het doek vereeuwigd. Beide modellen waren ook zeer plezierig en erg begaan met de kunst en de makers. Nee, Niels heeft het erg getroffen wat dat betreft. Maar er waren natuurlijk ook tenenkrommende afleveringen. Guus Hiddink en Louis van Gaal b.v. Beide types die gewend zijn de regie in eigen hand te houden en dat ook gewoon doen in disciplines waar het wellicht verstandig is om een stapje terug te doen. Een ego bigger than live kan je ook in de weg gaan zitten, dat was duidelijk. Hoewel de aflevering met Foppe de Haan, ook een voetbaltrainer, weer wel erg leuk was. Maar ja, Foppe is gewoon een ander type mens. De aflevering werd gewonnen door collega Hendrik Elings die er bovendien nog een mooie opdracht aan over heeft gehouden in de vorm van een portret van de Friese voetballegende Abe Lenstra voor Het stadion van Heerenveen.

Soms was een model wel interessant, maar kon ie gewoon niet stil zitten. Stuiterbal Bart Chabot, was wat dat betreft een ramp; kon nog geen 10 tellen z’n hoofd in één richting houden. En dan die ogen van hem, die schoten werkelijk alle kanten op. Dus lang leve de fotografie!

Helemaal gênant waren de afleveringen met Mart Smeets en Tjitske Reidinga als model. Zelden zoveel egocentrisme bij elkaar gezien. Van de reacties van Mart keek ik niet eens erg op, dat kun je bijna incalculeren. Toch had ik erg met collega Jantien de Boer te doen, want zoveel arrogantie kom je niet dagelijks tegen en wat moet je er nou ook van zeggen als je poging op nationale televisie wordt afgebrand. Mart had overigens ook geen goed woord over voor de andere kandidaten. ‘k Weet ook niet zo goed wat zo iemand er nou mee beoogt als je verbaal zo uit de bocht vliegt. Dat onze Mart met z’n kollossale ego geen greintje empathisch vermogen heeft, werd maar weer eens pijnlijk duidelijk. En met kunst had ie duidelijk ook niets, als je het alleen maar over jezelf kunt hebben.

Tjitske was zo niet nog erger. Die kreeg bijkans een hartaanval bij het zien van de resultaten, waarbij ze herhaaldelijk de woorden: “afschuwelijk” en “verschrikkelijk” liet vallen. Ze trok daarbij het beste gezicht van afgrijzen die ze als actrice in huis had. ‘k Weet niet hoe vaak iemand iets moet herhalen om het duidelijk te maken, maar na één keer “afschuwelijk” had ik de boodschap al wel begrepen Tjitske! Niet leuk voor de kunstenaars en eigenlijk ook geen leuke TV; hoewel daar de meningen waarschijnlijk over verdeeld zijn.

En ondanks dat ik van deze latere voorvallen in het jaar dat ik werd gebeld nog geen weet had, besloot ik te bedanken voor de eer. Het voelde vooral ongemakkelijk en ik bezit in deze toch ook te weinig geldingsdrang. Bovendien hoef ik niet met alle geweld op TV.

Gek genoeg belden ze het jaar daarop weer. ‘k Kreeg toen duidelijk iemand anders aan de lijn, want die wist niets van het belletje van het jaar daarvoor. Ik vroeg of het format was veranderd; of we nu wel van te voren weten wie er model zit. Nee hoor, het format was nog precies hetzelfde. Ik vertelde wederom dat ik geen mensen wil schilderen, waar ik geen affiniteit mee heb, of waar kraak nog smaak aan zit. Neem nou zo’n Chantal Janzen, ‘t is vast een hartstikke leuke meid om een pilsje mee te pakken, maar om te schilderen? Ik zit dan meer te denken aan b.v. Adelheid Roosen, Diewertje Blok, Thekla Reuten of Anna Drijver om het bij m’n vrouwelijke voorkeur te houden. Maar als het dan toch een man moet zijn: Remco Campert of Jan Wolkers, lijkt me wel wat. Jan was al overleden toen het programma begon, maar ‘k zou meteen “ja” hebben gezegd als ie nog had geleefd. Maar je weet het niet van tevoren. ‘k Zou achteraf natuurlijk vreselijke veel spijt hebben gekregen als was gebleken dat hij nou juist in die aflevering had gezeten, waarin ik ook zou zijn terecht gekomen. Maar ’t is allemaal as en as is verbrande turf zeggen ze. Het zat er gewoon niet in, dat begreep de stem aan de andere kant van de lijn nu ook wel.

Jan Wolkers heb ik een aantal keren getekend, gewoon voor m’n eigen plezier. ‘k Ken hem uiteraard niet persoonlijk, maar heb genoeg over hem gezien en gelezen om te weten dat ik het wel goed met hem zou kunnen vinden. Bovendien; waar vind je nog zo’n goede kop vandaag de dag? Ook van Adelheid Roosen en Remco Campert heb ik een tekening. Het zijn interessante mensen met dito koppen. ’t Is heerlijk als een hoofd een beetje karakter heeft. Ik gebruik daarvoor gewoon een willekeurige afbeelding van het internet. Geschilderd heb ik ze vooralsnog niet. Gaat ook niet gebeuren. ‘k Zou dan in ieder geval de foto’s zelf willen maken. Maar het zou nog leuker zijn als ze een dagje op het atelier kwamen en dan uiteraard zonder Hanneke Groenteman of Eus. Om van een cameraploeg nog maar te zwijgen.

Appendix.

In 1997, maar ’t kan ook 1998 geweest zijn liep ik de toen nog in de Korenstraat te Groningen gehuisveste galerie Wiek XX binnen. Uiteraard om een tentoonstelling te bekijken, maar ‘k kan me niet meer herinneren welke. Dat heeft een reden; n.l. één enkel schilderij.

De galerie was eigenlijk niet meer dan een lange pijpenla. De schilderijen hingen links en rechts aan de lange wanden. Helemaal achterin stond een klein bureautje met twee stoelen. Op één van die stoelen zat galeriehoudster Henriëtte Mulder. Ze keek steevast even vluchtig op en ging dan weer verder met waar ze mee bezig was. Ze had een feilloze antenne voor kopers en kijkers. Ik viel uiteraard in de laatste categorie.

‘k Was die middag nog maar nauwelijks de drempel over of m’n oog viel op een mega groot schilderij op de achterwand, net boven het bureautje van Henriëtte. Er stonden twee naakte vrouwen op afgebeeld. De linker herkende ik meteen; Adelheid Roosen, de rechter bleek bij nader inzien Leoni Jansen te zijn. Ook de hand van de schilder herkende ik ogenblikkelijk, er is er maar één die zo schildert: Sam Drukker.

De impact van het schilderij was enorm. Dat kwam vooral door Adelheid Roosen en hoe Sam haar had afgebeeld. Wat een pressence had die vrouw. Naakt en kwetsbaar? Welnee. Kom maar op, ik lust je rauw en de hele wereld erbij. Daarbij viel de wat schuchter en verlegen afgebeelde Leoni Jansen geheel in het niet. Ze had ook duidelijk wat moeite met het naakt zijn, was m’n indruk. Met haar handen probeerde ze nog een beetje haar borstjes te bedekken, maar het zag er vooral ongemakkelijk uit. Ik mag het natuurlijk niet zeggen, maar doe het toch; ‘k vond het van het begin af aan jammer dat zij erbij op stond en nog steeds vind ik haar een soort van “misplaced person” in het schilderij. Natuurlijk je kunt van alles aandragen om haar aanwezigheid te rechtvaardigen. Doe het vooral, maar ik heb genoeg aan Adelheid en de fantastische manier waarop Sam haar heeft geportretteerd.

6 mei 2020














 

Reacties

Populaire posts van deze blog

“El membrillo del sol”, oftewel: Een kweeperenboompje in de zon.

Final Portrait