Nefertiti.
Nefertiti.
Portrettekenen, c.q. schilderen is misschien wel
het boeiendste van alle genres binnen de schilderkunst. ’t Is in ieder geval
één van de populairste en meest direct aansprekende. Vreemd is dat niet, want
je kijkt per slot van rekening naar een soortgenoot en dat schept een band.
Toch is het niet zo dat elk hoofd schilderbaar is; althans niet voor mij. Met
het mes op de keel komt er natuurlijk altijd wel iets uit. En in de
opdrachtensfeer moet je soms van de nood een deugd maken, wat ook wel weer een uitdaging kan zijn; de
voldoening is des te groter als het lukt.
Nee, het liefst zoek ik zelf m’n modellen uit, of nog beter; ze komen op m’n pad. Het mooiste is als ze zich sluimerend in je omgeving ophouden en dan opeens, door iets wat ze dragen , of door een bepaalde beweging of houding valt je oog erop en wordt het bijzonder. Niet zelden speelt het licht daarin een cruciale rol. Licht is ongrijpbaar; magisch zelfs, het ene moment is er niets en dan, door een kleine verandering van het licht, breekt de hemel open, gaan kwartjes vallen en komen puzzelstukjes op hun plek te liggen. Een tijdje terug poste ik al eens een portretje van Eva. Eva komt elke woensdagavond schilderen; portretschilderen, samen met nog 10 anderen. Ze is mooi, daar is iedereen het over eens. Ik heb inmiddels de leeftijd waarbij ik dat kan zeggen, zonder dat men er van alles van denkt. Eva heeft dreadlocks en het zijn die dreads die haar verschijning iets extra’s geven, iets aparts. Op een avond kwam ze binnen met een knalgele sjaal; prachtig! Kwartjes vielen, hemel brak open. Voorzichtig maar eens gevraagd of ze misschien een keertje voor me zou willen poseren. Ze aarzelde geen moment: ”maar natuurlijk, leuk; spannend ook”. Nadat we meerdere mogelijkheden hadden uitgeprobeerd, bleef ik uiteindelijk het meest gefascineerd door haar profiel, waarbij haar dreads stevig achterop haar hoofd waren samengebonden met een simpel elastiekje.
En opeens moest ik denken aan
Nefertiti. Van deze Egyptische koningin is maar één enkel beeldje bekend, maar
wat voor één! Een portretje, niet eens zo groot, tot aan haar schouders; het
haar samengebonden en daaromheen een soort van trechter; die prachtig is
versiert. Associaties sluipen wel vaker m’n werk binnen en ze maken het gegeven
doorgaans alleen maar spannender. Ze brengen je op andere gedachten en openen
de weg naar nieuwe mogelijkheden. Het grappige is dat wanneer zo’n gedachte het
beeld binnen sluipt, het ook meteen meedoet in het eindresultaat. Eva gaat
daardoor een beetje op Nefertiti lijken en omgekeerd zie ik in Nefertiti steeds
meer iets van Eva. Zo wordt een koningin een vrouw en een vrouw een koningin.
Mooi vind ik dat.
Reacties
Een reactie posten