Trapje.

Trapje.

Als je iedere zomer je vakantie doorbrengt op hetzelfde eiland en er daarbuiten ook nog geregeld komt, dan kun je denk ik wel spreken van een zekere verslaving; sommigen zeggen wel gekscherend; een afwijking. Als dat zo is, is het wel één van het prettige soort. Natuurlijk heb ik wel iets meer van de wereld gezien dan dat ene eiland. Ik ben zelfs al een aantal keren in het buitenland geweest! Maar het eiland Vlieland, want daar heb ik het over, blijft voor mij de ultieme vakantiebestemming. Ik kom er al vanaf m’n geboorte en het voelt sindsdien als een tweede thuis. Voor iemand van het type huismus ideaal. Nou is het zo dat vakantie voor mij ook echt vakantie is en dat houd in dat ik dan niets hoef en niks moet. Je hoeft niet van alles te bekijken omdat je alles al tig keer hebt gezien en ik moet nergens naar toe want ik ben er al. Dat maakt dat ik me volledig kan overgeven aan wat ze wel het “eilandgevoel” noemen. Is er iets fijner? Nou één of twee dingetjes misschien.


Het gekke is dat ik dan weer wel m’n teken en schilderspullen mee moet. Ik zeg met opzet moet en da’s niet omdat ik daar dan perse mee aan de slag moet, juist niet! Maar ik wil wel de mogelijkheid hebben. ’t Voelt ook naar niks als ik het niet bij me heb. Een beetje alsof je iets kwijt bent, maar je weet niet wat. Uiteindelijk doe ik daar vroeg of laat natuurlijk wel iets mee; hetzij een tekeningetje of een beetje pielen met verf. Niet om het resultaat, maar om het doen. Maar wat teken of schilder je op een plek die weliswaar erg vertrouwd is, maar ook best wel toeristisch? Op ansichtkaarten zie je de highlights van het eiland aan je voorbij trekken: vuurtoren, veerboot, Dorpsstraat, Noordzeestrand, altijd ook wel een zonsondergangetje, Het Posthuis, reddingshuisje op de Vliehors, de wagen van de Vliehors Expres, de onvermijdelijke zeehondjes en natuurlijk allerlei gevogelte. Is dat ook schilderbaar? Maar natuurlijk. Overal op het eiland kom je in winkeltjes en etalages geschilderde versies tegen van die onderwerpen. Soms zitten daar best goede tussen, maar meestal is het ook een beetje amateuristisch. Dat is niet erg, het gaat tenslotte om het eilandgevoel en dat sijpelt er doorgaans met bakken doorheen. 


Ik ken twee collega schilders, die er denk ik al net zolang komen als ik en die het eiland ook als inspiratiebron voor hun werk nemen. Janhendrik Dolsma schildert vooral de Noordzeekust en dan met name de prachtige wolkenluchten, die je daar het hele jaar door aantreft. Schitteringen op het water en spiegelende stranden zijn voor hem een onuitputtelijke bron van inspiratie. Herman van Hoogdalem schildert ook voornamelijk de Noordzeekant, maar zijn strandgezichten vormen het decor voor allerlei menselijke activiteiten. Wandelaars, al dan niet met hondjes, spelende kinderen, vliegeraars en af en toe een ijscokar. Eigenlijk zijn die tafereeltjes alleen maar een aanleiding voor waar het hem werkelijk om te doen is, n.l. de weergave van het licht.


Ook ik heb me natuurlijk wel eens gestort op soortgelijke onderwerpen en dat ging niet onaardig, maar het was niet helemaal mijn ding. Hier valt meteen het sleutelwoord; n.l. “ding”. Ik vertelde ooit in een interview voor TV Drenthe, dat ik me niet goed raad wist met het Groninger landschap omdat het ontbrak aan dingen. De oorzaak ligt denk ik in het feit dat ik veel stillevens heb geschilderd; wat uiteindelijk niets meer is dan een verzameling van dingen. Ik merkte gaandeweg dat ik in het landschap vooral zocht naar iets tastbaars. Dat hoeft niet perse iets groots te zijn. Iets eenvoudigs zoals een hekje of een paar paaltjes is genoeg. Zo heb ik op het eiland een aantal vaste plekken die ik erg boeiend vind en waarvan ik al meerdere tekeningen en schilderijen heb gemaakt. Het grappige is dat die plekken op het eerste gezicht niet eens zo specifiek Vlielands ogen, maar die dat voor mij wel degelijk zijn. Zo poste ik al eens een tekening, een aquarel en een olieverf van een kreek aan de wadkant van het eiland. Inmiddels één van m’n favoriete onderwerpen. ’t Is ook een plek die aan verandering onderhevig is. Elke keer ziet het er weer iets anders uit. Dat geld ook voor het hekje met het blauwe touw, niet ver daarvandaan. Van de zomer zag ik dat het er niet meer was; heeft het waarschijnlijk onder invloed van de getijden begeven. De houtstek is inmiddels een vast thema binnen m’n werk, maar vond z’n oorsprong ooit op Vlieland. Ook strekdammen, al dan niet met meeuwen, zijn meer dan eens vastgelegd. 


Op de tekening zien we echter een eenvoudige stenen trap met aan één kant een provisorisch gemaakte leuning. Iedereen die het eiland een beetje kent weet waar dit is, ook al heb ik sommige elementen uit het gegeven weggelaten. Toch zul je dit trapje niet gauw op een ansichtkaart aantreffen. Te weinig zeggend vermoed ik. Voor mij echter een extra reden om dit soort onderwerpen te blijven opzoeken.


10 januari 2016



Reacties

Populaire posts van deze blog

Sterren op het doek

Op bezoek bij Geesje.

Laatste kans!