Summer Art Event.

Summer Art Event.

Wat is dat toch met evenementen en m’n aversie ertegen? Evenementen zijn leuk; althans daar zijn ze voor bedoeld. Maar waarom ben ik daar bij voorbaat nooit zo voor te porren? In de eerste plaats ligt het er natuurlijk heel erg aan wat voor een evenement het is. Wat de één leuk vind; daar komt een ander z’n nest niet voor uit. De meeste evenementen hebben doorgaans ook iets feestelijks. Maar ook hier geldt; niet ieder feestje is een leuk feestje. Smaken verschillen wat dat betreft enorm. Ik ben van nature niet zo’n feestbeest; alle remmen los ligt niet in m’n aard. Hossen en klotsend van kroeg naar kroeg? Mag ik even bedanken. ‘k Heb waarschijnlijk geen zuidelijk bloed, want onder de rivieren is het in een bepaalde maand de gewoonste zaak van de wereld. Vooral doen, zou ik zeggen, maar ik sla het even over. 
Voor vliegshows en gedoetjes met monstertrucks hoef je me al helemaal niet wakker te maken. Ze zijn ook nog eens levensgevaarlijk. Uit overlevering kunnen we optekenen dat wanneer zoiets in het publiek terecht komt, de gevolgen bepaald niet feestelijk zijn. Maar los daarvan, ben ik ook gewoon te schijterig om zoiets ook maar een seconde in overweging te nemen. En met grote volksmassa’s op een kluitje doe je me sowieso geen plezier. Uiteindelijk zijn we de stad niet voor niets ontvlucht. Een beetje ruimte om je heen is wel zo prettig.


Zelf onderdeel zijn van een evenement leek me tot voor kort helemaal schier onmogelijk. ‘k Zet mezelf bepaald niet graag te kijk. Toch gebeurde het onmogelijke vorig weekend in de vorm van het ”Summer Art Event” (slechte naam by the way; doet vooral denken aan iets met “dance” en veel kaboem, kaboemherrie). Georganiseerd door galerie Drentsche Aa, die een prachtige wandel en fietsroute had uitgezet rondom Balloo en waar de wandelaar c.q. fietser onderweg verscheidene kunstenaars aan het werk kon zien om het Drentse landschap vast te leggen. Maar liefst 25 kunstenaars verleenden hun medewerking. Het concept is even simpel als doeltreffend. Heel belangrijk bij dit soort evenementen is het weer. Het is en blijft Nederland en zoiets valt maar al te vaak in het water. Maar gelukkig vorige weekend niet. Een beetje op sleeptouw genomen door collega Ronald Soeliman, die de laatste jaren wel vaker verantwoordelijk gehouden kan worden voor het feit dat ik niet meer alleen een atelierschilder ben en m’n bakens daarbuiten menigmaal heb verzet. Met veel plezier overigens. De lol in het schilderen is nog steeds m’n voornaamste drijfveer en de enige manier waarop het bij mij werkt. Uitspraken als: “kunst is niet leuk”, of “een kunstenaar moet lijden” zijn totaal niet aan mij besteed. Wat een vreselijk pedant gelul. Alsof iets waardevols alleen kan voortkomen uit misère. ‘t Komt vaak uit monden van lui die nu weglopen met van Gogh, maar geleefd in zijn tijd er met een grote boog omheen hadden gelopen. Matthijs Röling zei ooit eens: “ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is”. En zo is het maar net. Ik heb dat altijd onthouden. Ik ben geen moderne schilder in de zin van maatschappij kritisch of conceptueel. Er zijn er genoeg die dat al doen en veel beter dan dat ik het ooit zou kunnen. Mijn concept is lekker schilderen, zonder enige pretentie, maar wel met intensiteit. Met een gedrevenheid, alsof je leven ervan af hangt. Gelukkig ben ik niet de enige. ‘k Ben er ook van overtuigd dat het altijd zal blijven bestaan: dat schilderen naar de waarneming. De wereld is wat dat betreft toch ook gewoon te mooi om te laten liggen. 


En Drenthe?...... Ik hoorde kortgeleden nog dat het in den lande als een onaantrekkelijke provincie wordt gezien. Waar ze dan naar hebben gekeken weet ik niet; maar in ieder geval niet naar het landschap, lijkt me; want Drenthe is bij tijd en wijle adembenemend mooi. Dat geldt zeker voor het gebied rondom Balloo; je moet het alleen wel kunnen en willen zien. 


“Maar dat Drentse landschap is toch al tot in den treure vereeuwigd”, hoor ik u denken. “Moet dat dan steeds weer opnieuw?” Niks moet, maar iedere schilder heeft z’n eigen manier van kijken en z’n eigen manier van schilderen. Als je het gemaakte werk naast elkaar bekijkt, zal je dat alleen maar kunnen beamen. Om met een uitspraak van David Hockney te spreken: “the landscape in itself isn’t changed but the way we look at it”. Er is overigens niemand van ons die denkt dat ie zichzelf de kunstgeschiedenisboeken in schildert. Er is geen concurrentie, alleen respect en oprechte interesse. Mede daardoor was de sfeer onderling ook heel ontspannen en vriendschappelijk.


In eerste instantie zou het een éénmalig evenement zijn, om het 5 jarig bestaan van galerie Drentsche Aa te vieren. Maar de roep om een vervolg was er van meet af aan. Het enthousiasme bij de kunstenaars ook. Het is duidelijk: Jan Wekema heeft een probleem. ‘k Ben benieuwd hoe ie het gaat oplossen.

17 juli 2016




 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Sterren op het doek

“El membrillo del sol”, oftewel: Een kweeperenboompje in de zon.

Final Portrait