Schilderkistje.

Schilderkistje.

Op vakantie neem ik altijd een schetsboek en aquarelblok mee. Niet dat er persé gewerkt moet worden, maar zonder voelt toch een beetje bloot, alsof je iets wezenlijks bent vergeten aan te trekken. Iets vanzelfsprekends dat je pas mist als je het niet meer hebt; zoals in het liedje: “Big yellow taxi” van Joni Mitchell. Tot noch toe liet ik m’n olieverf altijd thuis; veel te veel gedoe. ‘k Vond het ook onpraktisch vanwege de lange droogtijd en de kwetsbaarheid zolang het nat was; want hoe vervoer je zoiets? Inmiddels zijn er allerlei oplossingen voor gevonden, in de vorm van kistjes waar je natte panelen in kunt vervoeren, dus achter dat excuus kan ik me niet langer verbergen. Wel dat het nog steeds een heel gesleep met materiaal blijft. Zelfs een Franse ezel, wat toch een wonderlijk vernuftig ontwerp is: schilderkist en ezel in één, zeul je niet een heel eind mee het landschap in. Ik bezit een zogenaamd halfje; wat er op duid dat ie de heft van een hele is (ha, ha), dus minder groot qua volume, maar met dezelfde hoeveelheid zooi erin, blijft het gewicht nagenoeg gelijk aan een hele. 
Het probleem is echter dat ik het de laatste tijd steeds prettiger vind om buiten met olieverf te werken. ‘k Ben sowieso niet zo van de grote formaten, maar je ontwikkelt ook een soort van efficiëntie in het schilderen waardoor je in vrij korte tijd toch tot de kern van het gegeven kan komen.


Ik besloot op zoek te gaan naar iets super compacts. Een kistje waar alles in past: tubes, penselen, een palet en paneeltjes en dat dan niet groter dan een sigarenkistje. Na enig speurwerk vond ik er één van “Julian”; een soort van Pochade Box. Nou zijn die Pochade Boxen van zichzelf al niet erg groot, maar deze was nog kleiner. Via het internet te bestellen (wat moeten we nog zonder?), all away from America.
Het betrof een zogenaamde “Thumb Box”, genoemd naar een slimmigheidje in de bodem van het kistje. Daar is namelijk een gat gemaakt waar precies je duim door past, zodat je het geheel kunt vasthouden als een pallet: clever! Dat pallet is overigens geen los palet, maar een plankje dat je kunt uitschuiven en waaronder zich de verftubes en penselen bevinden. Het opengeklapte deksel kun je een beetje schuin vastzetten, zodat die fungeert als een ezel, waar dan weer een paneeltje ingeschoven kan worden van 16 x 22 cm. ‘k Zag meteen dat dit weleens het spreekwoordelijke “Ei van Columbus” zou kunnen zijn. Het ding was ook nog eens heerlijk afgeprijsd; van €154,93 voor €94,50. Als je een Hollander ergens klaarwakker mee krijgt, zijn het wel dit soort dingen. Ik voelde me meteen een spekkoper. Wil je iets bij een internetbedrijf kopen, dan moet je je eerst door tig pagina’s informatie heen worstelen, voordat de koop definitief gesloten is. Beetje logisch is het natuurlijk wel, want de gegevens moeten allemaal wel kloppen. Voor je het weet heb je ergens voor betaald, maar ploft het weken later bij iemand in Oezbekistan op de mat. In eerste instantie sta je ook helemaal niet bij stil bij het feit dat er nog van allerlei kosten overheen komen, in de vorm van invoerrechten en BTW. Zo ook hier natuurlijk. Want nadat ik alles netjes naar behoren had ingevuld, bleek aan het eind van de rit het hele ding weer precies €154,93 te gaan kosten. Lachen! Duidelijk weer een gevalletje van een ingehuurde slimmerik die er over nagedacht had. Die gasten zijn goud waard.

Inmiddels had de voorpret in m’n hoofd al dusdanige vormen aangenomen, dat van terugkrabbelen geen sprake meer kon zijn. Een mechanisme wat natuurlijk door het bedrijf was ingecalculeerd. ‘k Troostte me met de gedachte dat ik waarschijnlijk niet de enige sukkel ben die zich op die manier bij de poot heeft laten nemen. 


Precies een week later werd het pakje netjes aan de deur afgeleverd. De voorpret was inmiddels tot ongekende hoogte gestegen; denk aan verjaardagen toen je nog een kleuter was, of nog beter: Sinterklaas! Het pakje was erg klein, maar dat was het kistje ook. Het komt overigens herhaaldelijk voor dat iets kleins in een veel te grote doos wordt verstuurd. De loze ruimte wordt dan veelal opgevuld met bobbeltjesplastic, of nog leuker; van die witte piepschuim bolletjes, zodat je na het openen van de doos, wat je in je enthousiasme toch altijd een tikkeltje te wild doet, meteen de stofzuiger uit de kast kunt trekken. 


Eenmaal open maakte de euforie omtrent het kleinood, acuut plaats voor een keiharde desillusie. Voor me op tafel lag een kistje waar je niet vrolijk van werd. Om te beginnen lag het deksel er helemaal verbogen bij. Vervolgens zaten twee van de hoeken met zwaluwstaartverbindingen los. Het ding had onderweg duidelijk een flinke tik opgelopen. Wat je achteraf aan de verpakking wel kon aflezen, maar ‘k had het “in the heath of the moment” natuurlijk over het hoofd gezien. Ook het hang en sluitwerk was van erbarmelijke kwaliteit. Logisch, want anders had het deksel er niet zo lullig bijgehangen. Binnen 5 minuten had ik het hele ding gedemonteerd. Als ik ergens pissig over ben gaat het verstand nagenoeg op nul en draait m’n instinkt overuren.

Harma die even niet oplette, vroeg zich af wat ik aan het doen was en of het niet gewoon teruggestuurd had moeten worden. Daar was het inmiddels al veel te laat voor, maar als ik het bij een Nederlands bedrijf had besteld, had ik dat waarschijnlijk wel gedaan. Het kwam op dat moment gewoon niet bij me op.

De haakjes waarmee je het kistje sluit waren weliswaar geconcipieerd naar het mooie klassieke voorbeeld van de antieke kistjes uit de 19e eeuw, maar daar had je ook alles mee gezegd; wat een armoe. Het moest duidelijk zo goedkoop mogelijk. Ook het zogenaamde handige beugeltje waarmee je de deksel op elke willekeurige stand kon vastzetten, oogde alsof het na één schildersessie lam gedraaid zou zijn, dus dat ging ik niet eens uitproberen. De Engelsen hebben er een leuk woord voor: “flimsy”. Direct er maar afslopen, leek de beste oplossing om de zoveelste ergernis meteen maar de kop in te drukken. Was er dan niets waar je dan op z’n minst een klein beetje blij van werd? Toch wel: het kale kistje. Zowel de zijkanten, het deksel en de bodem waren van massief beukenhout. Geen triplex, MDF of andere geperste houtpulpvarianten. Moest er ook nog eens bijkomen, want dan had ik niet voor de gevolgen ingestaan; lees het ding door de kamer geflikkerd. Het kwam er eigenlijk op neer dat ik, zoals vriend/collega Flip het verwoorde, een houten casco van 18 x 24 x 6 cm had gekocht voor € 154,93. Een werkelijk belachelijk bedrag voor wat je ervoor krijgt. 


Eenmaal uitgeraasd met m’n impulsieve sloopactie, kon het niet veel minder meer worden; eigenlijk alleen maar beter. Ik besloot er maar naar eigen inzicht van te maken wat er van te maken valt. Nadat ik de hoeken weer netjes met houtlijm op hun plaats had gelijmd, werd het tijd om op zoek te gaan naar een beetje deugdelijk hang en sluitwerk om het geheel weer in een bruikbare toestand te krijgen. Dat lukte wonderwel. Scharnietjes kon ik van precies dezelfde maat op de kop tikken, maar dan veel steviger. En zelfs de haakjes, waar ik een hard hoofd in zag, vond ik wonderwel bij de Heko; een plaatselijke “Doe het zelf”, maar nu in een kwaliteit waar ik weer een beetje blij van werd. Het armetierige draagriempje van afzichtelijk beige plastic werd vervangen door een stoere leren hondenriem van wijlen onze hond Polle. En voor het gesloopte beugeltje van de deksel vond ik op Youtube een super simpele oplossing die veel steviger was en ook nog eens beter oogde. Kortom er verscheen weer een soort van glimlach op m’n gezicht.

Het werd zelfs zo mooi, dat ik gaandeweg steeds ontevredener werd over de originele fabriekskleur van het kistje. ‘k Vond dat het inmiddels ook meer mijn kistje was geworden dan die van de eigenlijke makers. Om dat te onderstrepen besloot ik om het hele ding opnieuw te lakken en wel met een transparantie beits in donker eiken. Oh, wat mooi! Al met al was ik inmiddels nog eens 40 euri verder, maar……. dan heb je ook wat. Je moet je toch na zo’n deceptie op de één of andere manier een veer in de kont kunnen steken, toch?


Een ieder die denkt: wat een leuk en handig kistje, kan na mijn betoog concluderen dat ik de aanschaf van dit kleinood ten zeerste af kan raden. Voor het uiteindelijk bedrag kun je ook een Franse ezel van top kwaliteit kopen. Wil je toch zoiets, dan staat het internet vol met tips en tricks om zelf z’n kistje te maken. Waarom ik dat dan niet heb gedaan? ‘k Zou het niet weten. ‘k Hou er in ieder geval een grappig verhaal aan over.


Het ding bevalt overigens prima. Ik heb er inmiddels al 3 schilderijtjes mee op m’n geliefde eiland gemaakt. Het enige minpuntje wat ik persoonlijk heb is het formaat, dat is n.l. nagenoeg vierkant. Ik hou zelf meer van een langwerpig formaat: 18 x 30 of 18 x 35 zou me beter bevallen. Ga ik in de toekomst zelf maar een keertje maken.

 8 augustus 2016





Reacties

Populaire posts van deze blog

Sterren op het doek

“El membrillo del sol”, oftewel: Een kweeperenboompje in de zon.

Final Portrait