Nu bij Hornbach: Vermeer en Fabritius.

Nu bij Hornbach: Vermeer en Fabritius. 

Toen het Mauritshuis van 2011 tot 2014 grondig werd verbouwd, is het wellicht beroemdste schilderij van Johannes Vermeer op wereldreis geweest. Het ging naar o.a. The Frick Collection in New York en naar het Tokyo Metropolitan Art Museum. Ter promotie werd het schilderij mega groot afgebeeld en ik kan mij niet van de indruk onttrekken dat sommige argeloze bezoekers bij het zien van het origineel toch lichtelijk teleurgesteld waren. Zeker in het land van groot, groter, grootst, is zo’n Vermeer gewoon klein. En dan hoeven we het al helemaal niet te hebben over “het puttertje” van Carel Fabritius, want dat kan zo op ware grote op het koektrommeltje van oma. Gelukkig heeft de kwaliteit van een kunstwerk niets van doen met de maat. In Nederland weten we dat met de mooiste Vermeers in het Rijks als geen ander; hoewel? Ik heb nog nooit klein werk de “Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst” zien winnen. 


Dat er in de 19 e eeuw met de komst van de fotografie enige paniek uitbrak onder kunstenaars is niet zo verwonderlijk. Maar dat de fotografie de doodsteek van de schilderkunst zou betekenen is natuurlijk lulkoek. De schilderkunst verkeerde toen al in een stadium, dat mijlenver van de fotografie was verwijderd en het zou alleen maar erger worden. 


Wat ook erger werd is de manier waarop we die wereldberoemde werken in ons huis halen. Ik noemde al even de welbekende koektrommel, maar wie kent niet “het melkmeisje” in de geborduurde versie? Maar ook op kalenders, ansichtkaarten en posters kunnen we ons laven aan de oude meesters. De laatste tijd zie ik ook steeds vaker dat het word geprint op doek; ook als het origineel op paneel is geschilderd. Een kniesoor die daar op let; toch? Olieverf hoort op doek, dus u vraagt wij draaien. Ook met de maatvoering word behoorlijk gerommeld, want wie wil er nou een afbeelding van “het puttertje” op ware grootte? Het schilderijtje is maar: 33,5 cm X 22,8 cm klein. Dat het schilderijtje was bedoeld als een “trompe l’oeil” , dus zeg maar een “net echtje” en als gevolg daarvan is het vogeltje op ware grootte geschilderd. Wat nou: trompe l’oeil, ik wil hem zo groot als een buizerd. Wat geldt voor “het puttertje” geldt ook voor “het melkmeisje” en “het meisje met de parel”; ze zijn echt veel te klein; dat Vermeer dat zelf niet heeft ingezien? Maar geen nood, bij Hornbach gaan ze voor groot. Dat beide meisje in de originele versie qua compositie wat evenwichtiger in het vlak zijn geplaatst en beduidend meer ruimte hebben gekregen, is ook al zoiets raars. Wat nou compositie; compositie daar doen we bij Hornbach niet aan. Al onze doeken hebben dezelfde maat en dientengevolge onze schilderijen ook. Dat “het meisje met de parel” aan de linker kant een flinke strook moest inleveren en “het melkmeisje” aan de onderkant en aan de rechterkant, is dan maar even niet anders. 


‘k Ga er uiteraard niet een al te serieus verhaal van maken en zie er de humor ook wel van in hoor, maar ’t geeft ook een beetje aan hoe we tegenwoordig tegen kunst aankijken en ermee omgaan. ‘k Zou wel eens de reactie van Vermeer en Fabritius willen zien als ze een kijkje konden nemen in onze tijd.

14 april 2019





Reacties

Populaire posts van deze blog

Sterren op het doek

“El membrillo del sol”, oftewel: Een kweeperenboompje in de zon.

Final Portrait