Tekening versus Schilderij.

Tekening versus Schilderij.

De afgelopen dagen heerlijk plein air geschilderd. Dat moest vanwege de Corona crisis wel in het atelier gebeuren, want je weet hoe dat gaat als je buiten staat te werken; voordat je het weet staan er hordes mensen om je heen en die houden doorgaans geen 1.50 m afstand. Het liefst staan ze er met de neus bovenop en stellen vervolgens ook nog allerlei lastige vragen. De echte plein air schilders onder ons zullen nu direct zeggen; ja dan is het dus geen plein air schilderen wat je doet, maar gewoon naar aanleiding van een fotootje een tafereeltje pielen in je atelier. Technisch gezien is dat natuurlijk helemaal waar, maar gevoelsmatig kun je natuurlijk ook van mening verschillen. En in deze bijzondere tijd is het misschien niet zo gek om de dingen een beetje van een andere kant te bekijken dan te doen gebruikelijk. Het gaat om het gevoel en als ik er een plein air gevoel bij krijg dan is dat zo.


De aanleiding was een foto die ik maakte in 2017 toen we tijdens onze vaste schilderweek in de Bourgogne een dagje naar Saint Romain zijn geweest om de wijnvelden te schilderen. Ik koos zelf voor de overblijfselen van een oude Romeinse nederzetting een eindje verderop. We hadden de auto geparkeerd naast dit vergezicht. Bij vertrek zag ik pas hoe mooi het eigenlijk was en heb toen nog snel een paar foto’s gemaakt. Eenmaal thuis heeft het even geduurd voordat ik aan de tekening begon; ook met steeds in het achterhoofd om er ooit een schilderij van te maken.


Van de week was het zover en reisde ik weer af naar de plek waar het ooit begon. Het koste weinig moeite om me weer voor de geest te halen hoe het was. Om te beginnen was het snik heet; eigenlijk veel te warm om in de knallende zon te gaan zitten schilderen. ‘k Heb de kachel in het atelier daarom ook maar gewoon op 20 graden gehouden, want je kunt dat plein air gevoel ook overdrijven. Daar komt bij dat als je geen parasol bij je hebt, het directe felle zonlicht heel vervelend is. Bovendien wordt je schilderij daardoor wel 2 a 3 slagen donkerder dan je zou willen; heel erg schrikken als je later thuiskomt en het werkje bij de keukentafel gaat bekijken.


‘k Vond het ook wel leuk om voor dit projectje een schilders kistje te gebruiken dat ik met Annemarie heb geruild voor een schilderij van villa Clementina. Twee jaar geleden kwam ze ermee op de proppen; gescoord op een buitenmarkt waar je er in Frankrijk heel veel van hebt. ’t Is voor haar ook een soort van hobby en ondanks dat het bij haar al bommetje vol staat, komt ze altijd met iets nieuws thuis. Als je vervolgens oppert dat het al zo vol is, zegt ze steevast: ”maar er kan altijd meer bij”.
Het kistje verkeerde in deplorabele staat, maar ‘k vond het meteen prachtig en heel bijzonder; vervaardigd aan het eind van de 19e eeuw. Het bevond zich nog geheel in de originele staat; inclusief gesoldeerde zinken bakjes, het originele massief houten palet en een flesje voor medium met een groenig bakelieten schroefdopje. Na een week knutselen had ik alle los zittende verbindingen weer met houtklemmen en supersterke lijm in z’n verband gekregen. Bovendien koste het me behoorlijk wat moeite om het ding toch een soort van schoon te krijgen, zodat ik het ook daadwerkelijk zou kunnen gebruiken, zonder dat je handen aan alle kanten pikken en je tubes onder de onduidelijke troep zitten. Maar het was het allemaal waard en ik ben er super blij mee.


Het paneeltje dat ik heb gebruikt past ook daadwerkelijk in de deksel. Vanwege het nagenoeg vierkante formaat van het plankje, koos ik voor een ander standpunt dan bij de tekening, die meer om een liggend formaat vroeg en bovendien langgerekter. Ik vind uiteindelijk de tekening spannender van compositie en ondanks dat het in zwart/wit is ook wel sfeervoller. Het schilderijtje is qua compositie wat stijfjes en statisch, maar ja, wel lekker zonnig en met leuke kleurtjes, tralala. ‘k Ben overigens over de stofuitdrukking van de stenen muurtjes wel tevreden. Tja, zo is er altijd wel wat. Het perfecte schilderij bestaat niet. Gelukkig maar; zou denk ik oersaai zijn.

En dan nog even dit:
In het TV programma “het geheim van de meester” werd in de aflevering: “Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem” een mensenhaar in het schilderij aangetroffen. Het zou uiteraard om een haar van Rembrandt zelf gaan. Het werd een heel ding en een groot deel van het programma ging op aan de zoektocht naar een nazaat van Rembrandt om vervolgens een haar van de jonge man in de reconstructie te plaatsen. Jeetje, nou ja, wat bijzonder! Nou, dan heb ik er nog wel één: ergens onderaan de tekening zie je een aantal vlekken. Rode vlekken wel te verstaan. Dat is gewoon wel echt bloed! Bloed van de maker. Hoezo dat dan? Ik slijp mijn potloden doorgaans met een tafel puntenslijper; zo eentje met een slinger. Maar als ik echt een lange scherpe punt nodig heb, doe ik dat met een mesje en die zijn loeischerp. Je hoeft er maar even met je vingers tegen aan te tikken en je hebt een sneetje. ‘k Had het eigenlijk helemaal niet door, vandaar dat wat bloed onbedoeld op de tekening terecht is gekomen. Hoe bijzonder is dat? Het is natuurlijk een vergelijking van niks: een potloodtekening van ene René Jansen versus een geschilderd meesterwerk van Rembrandt van Rijn, maar toch. Wel een leuk weetje.

27 maart 2020




 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Sterren op het doek

“El membrillo del sol”, oftewel: Een kweeperenboompje in de zon.

Final Portrait